We leven langer en blijven langer gezond
In 2010 was de levensverwachting bij geboorte in België 80,05 jaar: 77,36 jaar bij de mannen en 82,64 jaar bij de vrouwen. 15 jaar geleden was dat nog 3 jaar minder. En kijken we iets verder terug in de tijd, naar de periode na WO II toen de basis gelegd werd voor onze sociale zekerheid, dan bedroeg de levensverwachting slechts een kleine 65 jaar voor de mannen en een kleine 70 jaar voor de vrouwen. Een enorme vooruitgang en een gunstige evolutie, onder meer als gevolg van de vooruitgang van de medische wetenschap, de verbeterde voedingsgewoonten en de toename van de welvaart, de reële toename van de lonen en de verbeterde arbeidsomstandigheden.
We leven niet enkel langer, we blijven ook langer gezond. De jaren die we winnen in levensduur zijn dus meestal goede jaren. Al is er daarbij wel een band met onze levensstijl en met het soort werk dat we vroeger deden: hoe meer succes tijdens je loopbaan, hoe langer je gemiddeld leeft.
We leven langer als we langer werken
Al zullen er steeds mensen zijn die hun heil vinden in het recht op luiheid, de meeste onder ons willen zich nuttig maken voor de maatschappij. Iets realiseren. En dat hoeven heus geen grootse dingen te zijn: elke dag ons werk doen bijvoorbeeld. Niet alleen de samenleving vaart daar wel bij, maar vooral wij zelf. We kunnen tonen wat we kunnen, we kunnen ons zelf ontplooien, voelen ons daardoor gewaardeerd, nuttig en gelukkig. Dat kan ook via vrijwilligerswerk en hulp aan familie, vrienden en kennissen. Maar de meest voorkomende vorm van inzet is natuurlijk werk. Betaald werk.
Onderzoek heeft aangetoond dat actief blijven op middelbare leeftijd een grote invloed heeft op onze levensduur. Activiteiten als tuinieren en wandelen zijn goed voor de gezondheid. Maar ook langer werken: wie langer werkte, bleek ook langer te leven, en langer gezond te leven. Niet te hard werken, vroeg met pensioen gaan en vaak gaan golfen zijn dus niet de sleutels voor een lang leven. Het is daarbij natuurlijk wel van belang dat we plezier blijven beleven aan die activiteiten, zowel op als naast het werk. Hoe beter het werk aansluit bij wat we willen en kunnen, hoe langer we het met plezier zullen doen.
Ons inkomen nu en later is groter als we langer werken
Werken, als loontrekkende, zelfstandige of ambtenaar, levert een loon of inkomen op. En een echt beroepsinkomen is altijd hoger dan een vervangingsinkomen. Werkloos worden op hogere leeftijd, op brugpensioen gaan, vervroegd pensioen nemen, … betekent steeds financieel achteruitgaan. En een vervangingsinkomen, ander dan pensioen, is er eigenlijk enkel voor die situaties waarbij we niet kunnen werken, en niet voor situaties waarbij we niet willen werken.
Langer werken betekent ook: meer gewerkte jaren en dus ook een hoger pensioen later. Momenteel is het verschil in pensioen tussen gewerkte jaren en jaren met een vervangingsinkomen nog relatief beperkt, maar de kost van de pensioenen zal er wellicht toe leiden dat deze verschillende behandeling zal toenemen.
Wat voor onszelf goed is, is dat ook voor de ganse samenleving
Langer werken betekent ook: langer actief bijdragen tot de welvaart van het land en tot de financiering van de sociale zekerheid. Door de veroudering van de bevolking daalt de volgende jaren de verhouding tussen mensen op actieve leeftijd (<65 jaar) en zij die genieten van een pensioen. Als we met steeds meer mensen van dezelfde taart moeten eten, worden de stukjes kleiner en kleiner. De taart moet dus groter worden. En langer werken hoort daarbij.